Paardenhandelaar krijgt hogere cel- en taakstraf voor ontucht

Foto: CC0

Een 78-jarige man uit Son en Breugel is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 362 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uur. Hij pleegde meerdere keren ontucht met een destijds 16-jarig meisje dat bij hem thuis kwam om paard te rijden. Ook probeerde hij één keer een andere rijdster aan te randen.

De paardenhandelaar liet verschillende meisjes aan huis op zijn paarden rijden. Ook betaalde hij hun startgeld voor wedstrijden. Bij één van die meisjes pleegde de verdachte tussen april (toen zij 16 jaar was) en oktober 2016 meerdere keren ontuchtige handelingen. Volgens de verdachte was dit met haar welbevinden. De rechtbank oordeelt dat de man – die 60 jaar ouder is dan zijn slachtoffer – misbruik maakte van zijn machtspositie. Het meisje wilde immers blijven paardrijden.

Tijdens het onderzoek naar deze zaak, meldden zich nog 2 rijdsters bij de politie. In de zomer van 2017 gaf de verdachte aan één van hen een knuffel na een goede wedstrijd. Intussen probeerde hij met zijn handen achterin haar broek bij haar billen te komen. Dit lukte niet omdat het slachtoffer een strakke rijbroek en een riem droeg. Bij de andere rijdster zou de verdachte op haar billen hebben geslagen en haar op de mond hebben gezoend. Hiervoor is echter (zoals de officier van justitie al vond) onvoldoende bewijs en de rechtbank spreekt de man hiervan dan ook vrij.

Grensoverschrijdend gedrag

De verdachte vertoonde met name bij het slachtoffer van de ontucht zeer grensoverschrijdend gedrag. Hij maakte daarbij misbruik van de machtspositie die hij had als eigenaar van de paarden. Het slachtoffer verklaarde tijdens de zitting dat het een ingrijpende gebeurtenis was waar zij nog steeds de nadelige effecten van ondervindt. Ook weegt de rechtbank mee dat de verdachte de ernst van het door hem aan zijn slachtoffers aangedane leed en de strafwaardigheid van zijn handelen onvoldoende inziet. Dit alles maakt dat de rechtbank een zwaardere straf oplegt dan de officier van justitie eiste (een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en 200 uur taakstraf). De rechtbank legt een vrijwel geheel voorwaardelijke celstraf op, omdat de verdachte inmiddels 78 jaar is en kampt met een slechte gezondheid, waarvoor hij onder behandeling is in het ziekenhuis. Ook is vastgesteld dat hij last heeft van claustrofobie. Hierdoor neemt de rechtbank aan dat een celstraf voor de verdachte (flink) zwaarder zal vallen dan voor een gemiddelde verdachte. Daarnaast nam hij inmiddels maatregelen om herhaling te voorkomen; zijn rijpaarden staan niet meer aan huis. Ook de reclassering acht de kans op herhaling laag.

Bron: De Rechtspraak