Nationale Herdenking 4 mei 2018

Foto: Pixabay

Tijdens de Nationale Herdenking 2018 heeft burgemeester Hans Gaillard samen met vertegenwoordigers uit de gemeenschap twee kransen gelegd bij het monument De Parachutist aan de Europalaan. Daarna droegen kinderen van basisscholen De Krommen Hoek en De Regenboog zelfgeschreven gedichten voor en heeft burgemeester Gaillard de volgende speech gehouden:

Dames en heren, Jongens en meisjes,

Zojuist waren we twee minuten stil.
Twee minuten om te gedenken.
Twee minuten zonder telefoon.
Twee minuten alleen, met je eigen gedachten.
Waar dacht jij aan?

Vandaag denken we aan de militairen, die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid. We denken aan de militairen, onze militairen, die elders op de wereld vechten voor de vrijheid van andere mensen.

We denken aan de burgerslachtoffers van oorlogen. Mensen, zoals jij en ik. Die naar school willen gaan om te leren. Die hun werk willen doen, geld verdienen en deze zomer met vakantie gaan. Mensen die machteloos moeten toezien, dat de strijd tussen legers hun leven kapot maakt. We denken aan de mensen, die zich verzetten tegen de oorlog, zich verzetten tegen onrecht, zich verzetten tegen de bezetter.

Toen ik nadacht over wat ik vanavond zou vertellen, kwam het nieuws dat de ETA zou ophouden te bestaan. De ETA, de verzetsbeweging, die streed voor een onafhankelijk Baskenland in Spanje en Frankrijk. Dat doel is, ondanks 845 doden, nooit bereikt in de 60 jaar dat ETA actief was. ETA heeft spijt betuigd over het leed dat is aangericht. ETA kan spijt betuigen, maar de doden blijven ontbreken in de levens van hun nabestaanden.

In de Spaanse en Franse gevangenissen zitten nog tientallen ETA-strijders lange gevangenisstraffen uit. Zijn hun acties een vergissing geweest; zinloze actie?

Is gewapend verzet zinloos?

Wie mij kent, weet dat ik van Ierland houd. 100 Jaar geleden was Ierland een Britse kolonie. Na een gewapende strijd werden in 1922 26 van de 32 counties zelfstandig. Zij vormden samen de Republiek Ierland. Zes counties van de provincie Ulster bleven Brits: Zij vormden Noord-Ierland. Intussen is Ierland van een arm achtergebleven agrarisch eiland, ontwikkeld tot een moderne, welvarende lidstaat van de Europese Unie. Welvarender dan het Britse Noord-Ierland. Tot in onze dagen is er strijd over Noord-Ierland: voor de Ieren is het Iers, voor Engelsen en Schotten is het Brits. Als je in Noord-Ierland of in Donegal komt, proef je nog steeds de strijd. Ierse hongerstakers in Britse gevangenissen zijn voor de Ieren verzetshelden.

Zou het zonder gewapende strijd ook zover zijn gekomen? Is gewapend verzet zinvol?

De geschiedenis oordeelt met de blik van vandaag. De Ieren die zich honderd jaar verzetten tegen de Engelsen noemen we vrijheidsstrijders. De IRA, die ook de laatste 6 counties aan de Republiek wil toevoegen noemen we terroristen. Als we op 4 mei over Het Verzet spreken, bedoelen we meestal het verzet van burgers tegen de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. We roemen onze verzetshelden, die distributiekantoren overvielen om voedselbonnen te bemachtigen voor Joodse onderduikers.We praten met ontzag over de journalisten die krantjes als Vrij Nederland schreven, drukten en verspreidden. En daarmee de geest van verzet en de Nederlandse identiteit levend hielden. Met gevaar voor eigen leven.

Er was weinig verzet nodig om tijdens de Tweede Wereldoorlog in een kamp opgesloten te worden. Een goed voorbeeld is Anton van Duinkerken, alias van Bergenaar Willem Asselbergs. Hij was Neerlandicus en dichter. Eén van zijn bekendste gedichten veegt de vloer aan met Mussert en de NSB. Het begint als volgt:

Jawel, mijnheer ik noem mij katholiek,
en twintig eeuwen kunnen ’t woord verklaren
aan u en aan uw opgewonden kliek,
die blij mag zijn met twintig volle jaren,
als ónze God u toestaat te bedaren
van ’t heilgeschreeuw, geleerd bij de barbaren,
en als uw volksbeweging haar muziek
toonzetten leert op ónze maat der eeuwen.
De Roomsen hebben in de politiek
iets meer gedaan dan onwelluidend schreeuwen.
Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek.

Anton van Duinkerken werd als vijand van de bezetter in 1942 gevangen gezet in kamp Sint Michielsgestel. Zijn verzet was geweldloos. Het verzet van de kunstenaar, de intellectueel. Het is het verzet dat probeert om het gezag van de overheerser te ondermijnen.

Ook Son en Breugel heeft zich actief verzet tegen de bezetter. Burgemeester Robert Schoepp, besprak in 1943 met een zevental burgemeesters uit Zuidoost Brabant hoe zij de Duitsers voorzichtig konden tegenwerken.

Na de politieke moord op een inwoner uit Breugel werd Schoepp gegijzeld door de Duitse bezetter. Tijdens zijn afwezigheid werd hij vervangen door gemeentesecretaris Hendrik Veeneman. Later bleek hij ook op gijzelaarslijst te staan wegens zijn verzet tegen het onderbrengen van de amateurkunst bij de Cultuurkamer. Een week na zijn aanstelling eiste de bezetter uit ieder dorp een aantal mannelijke inwoners om in Zeeland vestingwerken aan te leggen. De burgemeesters besloten niet mee te werken en werden daarop opgeroepen zich te melden in Vught. Veeneman verbleef twee maanden in kamp Vught, werd overgeplaatst naar kamp Sachsenhausen en overleed vijf maanden later in kamp Mauthausen door uitputtingsverschijnselen.

Ik voel bewondering voor het verzet van de Ieren tegen de Engelse overheersing.

Ook voor het verzet van mensen zoals Anton van Duinkerken, Robert Schoepp en Hendrik Veeneman in de Tweede Wereldoorlog, heb ik diep respect: Van Duinkerken gebruikte ‘katholiek’ als geuzennaam. De kracht van de eigen identiteit, eigen normen en waarden als houvast tegen de overmacht. “Onverzettelijk” vind ik een mooi woord. Een ideaal, een symbool, dat mensen verbindt en ze door barre tijden heen helpt.

De mooiste uiting van verzet, vind ik nog steeds de uitspraak van Marten Luther King, dominee en leider van de zwarte Amerikanen in de roerige jaren zestig: “I have a Dream”.